Gezondheid Geheugen Samenleving Individu Lichaam

Gerontologie

Gerontologie

Gerontologie is de wetenschap die het ouder worden van de mens bestudeert vanuit verschillende wetenschappelijke disciplines (sociologie, biologie, psychologie, neurowetenschappen en epidemiologie). Het woord gerontologie stamt af van het Griekse geron dat oude man betekent, verwant met gerh, dat opgroeien, rijpen of oud worden betekent (Philippa et al, 2009). Het begrip gerontologie is waarschijnlijk voor het eerst gebruikt door Ilya Metchnikov, een Russische microbioloog die leefde van 1845-1916.

Geschiedenis van de gerontologie

Gerontologie is een betrekkelijk jonge wetenschap, ondanks het feit dat er in de geschiedenis al veel grote denkers over het ouder worden hebben nagedacht. Marcus Tullius Cicero (106-43 voor Chr.), een Romeins filosoof, schreef het boek De Senectute (over de ouderdom), waarin hij een pleidooi hield tegen de gevestigde ideeën van zijn tijd, dat ouderdom niets meer is dan een terugtrekking uit arbeid, reductie van fysieke kracht, gebrek aan sensueel plezier en het naderen van de dood.

 

Adolphe Quételet, (1796-1874) een Belgisch statisticus, socioloog en wiskundige, introduceerde in zijn boek Sur l'homme et le développement de ses facultés als sleutelbegrip 'The Average Men', waarmee hij allerlei kenmerken van de mens samenvatte in gemiddelden en standaard deviaties.

 

Sir Francis Galton (1822-1911), een Brits antropoloog, eugenist, tropisch onderzoeker en statisticus was ook geobsedeerd door meten, en hij introduceerde het gebruik van vragenlijsten en surveys bij onderzoek naar veroudering. 

 

Stanley Hall (1844-1924), een Amerikaans psycholoog schreef onder meer Senescence. The last half of life (1922). Hij had veel kritiek op de marginalisatie van de ouderen en vond dat mensen verre van optimaal oud worden.

 

Edmund Vincent Cowdry (1888-1975) was de eerste die in 1930 een poging ondernam om een 'grand theory on aging' te ontwikkelen, samen met 25 topwetenschappers uit zijn tijd. Het was kennelijk nog te vroeg om een grote, allesomvattende theorie over het ouder worden te schrijven, want nadien zijn in de gerontologie alleen voor deelgebieden theorieën ontwikkeld.

Gerontologie in Nederland

De contouren van de gerontologie als wetenschappelijke discipline werden in Nederland vlak na de Tweede Wereldoorlog zichtbaar, toen de medische stroming van professor Sleeswijk (1880-1969) en de maatschappelijke stroming van professor Muntendam in 1946 bij elkaar kwamen. Dat leidde onder meer tot de oprichting van de Nederlandse Vereniging voor Gerontologie.

 

Onder redactie van professor Sleeswijk verscheen in 1948 het eerste Nederlandstalige geriatrische handboek; De ouderdom - van geneeskundig standpunt beschouwd. De geschiedenis van de medische tak, de geriatrie, is in beeld gebracht door  professor Olde Rikkert en collega’s (zie literatuur onder dit artikel). Uit dat onderzoek komt naar voren dat in Nederland sinds het eind van de 19de eeuw medisch-wetenschappelijk onderzoek wordt verricht. Het duurt echter tot 1960 voordat de eerste gerandomiseerde klinische onderzoeken bij ouderen worden toegepast. Ontwikkelingen in de gerontologie worden sinds 1945 geregistreerd in het Register van Sociaal Gerontologisch Onderzoek.

 

Aan de wieg van de psychologische discipline van de gerontologie stond professor Joep Munnichs, hoogleraar psychogerontologie aan de KU Nijmegen. Van zijn hand verscheen ondermeer Old age and finitude (1966) waarin hij onderzoekt hoe de mens zich voorbereidt op de onafwendbare eindigheid van het leven.

 

  • Philippa, M., Debrabandere, F., Quak, A., Schoonheim, T. & Van der Sijs, N (2009) Etymologisch woordenboek van het Nederlands. Amsterdam: Amsterdam University Press.
  • Pouw, A. (1987) Oud, maar wijs genoeg? De Nederlandse Vereniging voor Gerontologie 1947-1987. Lochem: de Tijdstroom
  • Olde Rikkert, M.G.M., van Heteren, G.M. & Hoefnagels, W.H.L. (1998) Medisch-wetenschappelijk onderzoek bij ouderen in Nederland; historische mijlpalen en methodologische problemen. Nederlands Tijdschrift voor de Geneeskunde, 142, 401-405.
  • Register van sociaal-gerontologisch onderzoek (deel I, II en III). Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, Sociaal-Wetenschappelijke Raad. Amsterdam: Noord-Hollandse Uitgevers Maatschappij.