Mensen zijn voortdurend bezig om hun omgeving te begrijpen en te beïnvloeden. Dit proces wordt ook wel aangeduid met het begrip cognitie. Verandert onze cognitie wanneer we ouder worden?
Cognitieve functies
In de psychologie onderscheiden we binnen cognitie een aantal deelfuncties, zoals het geheugen, de aandacht en het vermogen om ons gedrag te sturen (ook wel cognitieve controle). Cognitieve functies zijn sterk verwant aan het begrip intelligentie. We vinden de basis voor onze cognitieve functies in de hersenen, als sterk gespecialiseerde netwerken van samenwerkende hersendelen die zich voortdurend aanpassen aan de omstandigheden. Mensen verschillen nogal in de mate waarin deze functies ontwikkeld zijn en in de aanleg van hun hersenreserve. Deze hersenreserve is de uitkomst van een samenspel tussen genetica en vele omgevingsfactoren, waaronder opleiding, voeding en gezondheid.
Gezonde cognitieve veroudering
Een goed werkend cognitief systeem vormt de basis voor de zelfredzaamheid (ook wel: autonomie) van een individu en is een belangrijke voorwaarde voor succesvolle veroudering. Ouder wordende hersenen beschikken over een aanzienlijk compensatievermogen waarmee het niveau van belangrijke cognitieve vaardigheden lang op peil kan blijven. Een op jonge leeftijd opgebouwde hersenreserve kan het ontstaan van cognitieve klachten en stoornissen op latere leeftijd beperken. Het meest opvallend bij ouderen is misschien wel de afname van de mentale snelheid: leeftijdsverschillen in cognitieve vaardigheden zijn minder groot wanneer er rekening gehouden wordt met die snelheidsverandering.
Het voorkómen van cognitieve beperkingen op latere leeftijd staat tegenwoordig sterk in de belangstelling. Veel mensen doen aan ‘brain joggen’ of geheugentraining om hun cognitieve vermogen op peil te houden, maar de werkzaamheid van dergelijke activiteiten is niet altijd even duidelijk aangetoond. Een gezonde leefstijl met zorg voor een verantwoorde voeding, voldoende beweging en onderhoud van het sociaal netwerk blijken in elk geval wel gunstig te zijn voor het behoud van de hersenfunctie.
Cognitieve stoornis en dementie
Vergeetachtigheid komt voor bij personen van alle leeftijden, maar is bij ouderen soms de voorbode van een geheugenstoornis. Er is sprake van een cognitieve stoornis wanneer er een duidelijke afwijking bestaat op een of meerdere tests waarmee cognitieve functies kunnen worden gemeten. Het in een vroege fase vaststellen van de oorzaak van een cognitieve stoornis is vaak moeilijk. Wanneer het verlies van cognitieve functies invloed krijgt op het dagelijkse leven spreken we van dementie. Bij ruim 200.000 inwoners van Nederland is dementie vastgesteld, een aantal dat in de toekomst door de vergrijzing van onze samenleving aanzienlijk zal toenemen. Dementie is het gevolg van een hersenaandoening, meestal de ziekte van Alzheimer of een vaataandoening. De mogelijkheden voor behandeling van deze ziekten zijn nog beperkt en richten zich vooral op vertraging van het ziekteproces met behulp van medicijnen en op ondersteuning van de patiënt en diens omgeving.