Gezondheid Geheugen Samenleving Individu Lichaam

Hersenreserve

 

Auteur: Pascal van Gerven


 

Het lijkt erop dat mensen met méér of een beter georganiseerd brein meer brein kunnen verliezen of het resterende brein efficiënter gebruiken, zodat zij minder – of pas later – last krijgen van mentale achteruitgang. Deze mensen zouden over meer hersenreserve beschikken, waarbij wordt verondersteld dat het brein een zekere mate van overcapaciteit heeft. Deze overcapaciteit kan worden ingezet onder uitdagende omstandigheden (bijvoorbeeld bij het oplossen van een complex wiskundig probleem) of ter compensatie van hersenbeschadigingen als gevolg van ziekte, een ongeval of veroudering. Er is de afgelopen decennia veel gediscussieerd over de definitie en meetbaarheid van hersenreserve. Deze discussie is nog steeds in volle gang. Men is het er echter over eens dat hersenreserve een bruikbaar concept is.
 

Twee definities van hersenreserve

Hersenreserve kan zowel ‘passief’ als ‘actief’ worden gedefinieerd. De passieve definitie gaat uit van de fysieke kenmerken van de hersenen, zoals het hersenvolume, het aantal zenuwcellen in de hersenen en het aantal verbindingen tussen deze zenuwcellen. De actieve definitie gaat uit van de organisatie van de hersenen en hoe efficiënt de hersenen nieuwe informatie kunnen verwerken, iets wat zich in het dagelijks leven bijvoorbeeld vertaalt in iemands intelligentie. Beide vormen van reserve zouden bescherming moeten bieden tegen zowel normale cognitieve veroudering als de gevolgen van dementie, zoals veroorzaakt door de ziekte van Alzheimer.

Veranderingen in hersenreserve

Staat de hoeveelheid hersenreserve vast of is deze onderhevig aan verandering? Hoewel sommige maten voor hersenreserve inderdaad min of meer vastliggen (bijvoorbeeld hersenvolume), lijken de meeste veranderbaar. Dit betekent dat hersenreserve zowel toe als af kan nemen. Een toename van de hersenreserve zorgt voor meer bescherming tegen aftakeling, terwijl een afname meer risico op aftakeling met zich meebrengt. Factoren die hierop van invloed zijn, worden dan ook wel ‘beschermende’ of ‘risicofactoren’ genoemd. Daarbij valt te denken aan opleidingsniveau, intelligentie of sociaaleconomische status, maar ook levensstijl (eetgewoontes, lichamelijke oefening, roken, drugsgebruik e.d.). De commercie speelt hier op in met het uitbrengen van computerspellen die gericht zijn op het trainen van verschillende hersenfuncties, zoals het geheugen. Daarnaast krijgen ouderen vaak het advies om zowel mentaal als fysiek actief te blijven. Dit zou de hoeveelheid hersenreserve op peil houden of zelfs vergroten en dus bescherming bieden tegen allerlei ouderdomsverschijnselen.
 

Wetenschappelijke evidentie

In weerwil van dit optimisme, laat wetenschappelijk onderzoek een gemengd beeld zien wat betreft de ‘maakbaarheid’ van hersenreserve: sommige studies tonen inderdaad aan dat de verschillende beschermende en risicofactoren invloed hebben op de conditie van het brein, andere studies niet. Daarnaast lijken er allerlei complexe interacties te bestaan tussen deze factoren, die een eenduidige interpretatie van onderzoeksresultaten kunnen bemoeilijken.