De ouderdom komt met problemen, en met die problemen komen ook de zorgvragen. Wanneer we de omvang van het zorggebruik gemakshalve in euro’s uitdrukken, wordt ruim veertig procent van de totale zorg in Nederland aan 65-plussers verleend. Tot ongeveer 75 jarige leeftijd zijn de zorguitgaven per inwoner laag en stabiel, maar daarna lopen ze in een snel tempo op tot enkele tienduizenden euro’s per persoon in de hoogste leeftijdsgroepen.
Oorzaken van toename zorggebruik
Dat ouderen meer zorg gebruiken heeft twee oorzaken. In de eerste plaats betreft het de curatieve zorg, en daarbij speelt het naderende levenseinde een doorslaggevende rol. In Nederland is de levensverwachting (relatief) hoog en overlijden de meeste mensen op oudere leeftijd. Vaak werpt de dood zijn schaduwen vooruit in een periode van ziekte en lijden. De laatste levensfase, en vooral het laatste levensjaar, wordt gekenmerkt door intensieve en dure zorg. Over de levensloop gezien is een groot deel van de zorg, vooral ziekenhuiszorg en farmaceutische hulp, dus geconcentreerd in het laatste levensjaar.
De tweede reden waarom het zorggebruik toeneemt heeft te maken met chronische aandoeningen en een geleidelijke afname van fysieke en mentale vermogens. Het gaat dan om de langdurige zorg waarbinnen aandoeningen als dementie, beroerte, chronisch hartfalen, COPD en ziekten van het bewegingsstelsel een belangrijke plaats innemen. Vaak is het niet de ziekte als zodanig waarom mensen zorg nodig hebben, hoewel geneeskundige behandeling uiteraard een rol heeft, maar is het veel meer het verlies van regie en krachten waardoor mensen zorg nodig hebben. Bij het ouder worden ervaren mensen steeds meer beperkingen waardoor ze het zonder hulp van anderen niet meer redden. Het gaat dan om hulp in de huishouding of bij de persoonlijke verzorging, begeleiding en ondersteuning bij activiteiten en als het nodig is ook om verpleging. Veel ouderen wonen zelfstandig, maar als het echt niet langer gaat worden ze opgenomen in een verzorgingshuis of een verpleeghuis. Met name demente ouderen verblijven in een zorginstelling.
Wie bieden zorg?
Bij de zorg voor ouderen zijn talrijke personen en instanties betrokken. Allereerst zijn dat ouderen zelf: mannen en vrouwen die voor hun zorgbehoeftige partner zorgen. Vooral vrouwen verlenen mantelzorg aan hun echtgenoot. Dat komt doordat vrouwen gemiddeld langer leven en vaak ook wat jonger zijn dan hun man. De keerzijde daarvan is dat vrouwen een veel groter beroep doen op de formele ouderenzorg.
Mede door het verschil in levensverwachting brengen vrouwen veel meer jaren door in beperkingen en zijn zij verhoudingsgewijs vaker alleenstaand. Verzorgingshuizen en verpleeghuizen worden daarom vooral bevolkt door vrouwen. Samengevat zijn mannen solidair in het financieren van formele zorg die ze zelf niet nodig hebben en vrouwen in het geven van mantelzorg die ze zelf niet ontvangen.
De formele ouderenzorg is sterk versnipperd. Dat komt door het grote aantal aanbieders en financieringsstromen. Zo spelen verzekeraars een belangrijke rol in de curatieve zorg, maar is de intramurale ouderenzorg aangewezen op de AWBZ, en moeten mensen voor een deel van de thuiszorg bij de burgerlijke gemeente zijn. Er staan allerlei schotten in de zorg voor ouderen, waardoor het lang niet altijd vanzelfsprekend is dat huisartsen en wijkverpleegkundigen nauw samenwerken, of dat de overgang van ziekenhuiszorg naar de thuissituatie soepel verloopt.
Toekomst
In de toekomst zal de zorgvraag toenemen en veranderen. Er komen meer ouderen, de levensverwachting neemt verder toe en steeds meer mensen willen thuis blijven wonen. Tegelijkertijd neemt door multimorbiditeit en ´frailty´ de complexiteit van de zorgvragen toe. Ziekte-management en samenhang in de zorg worden daardoor belangrijker dan ooit. Omdat de beroepsbevolking kleiner wordt zijn tevens arbeidsbesparende innovaties nodig om aan alle zorgvragen tegemoet te kunnen komen. De gezondheid van onze toekomstige ouderen vergt daarom dat aanbieders en financiers nieuwe wegen inslaan. Centraal daarin staan het bevorderen van ´healthyageing´ en ‘disease-management’, het reduceren en leren omgaan met beperkingen, en adequate zorg voor mensen die zichzelf niet meer kunnen redden.
Bronnen:
- www.kostenvanziekten.nl
- RIVM-rapport ‘Levensloop en zorgkosten’ (A. Wong et al., 2008; www.rivm.nl)
- Netspar Panel Paper 22 ‘Determinants of health care expenditure in an ageing society’ (M.A. Koopmanschap et al., 2010; www.netspar.nl)