Gezondheid Geheugen Samenleving Individu Lichaam

Identiteit

 

Auteur: Gerben Westerhof



Identiteit is een moeilijk vatbaar psychologisch begrip. Het meest concreet wordt het wanneer mensen zich de vraag stellen: ‘wie ben ik?’ Deze vraag kan beantwoord worden met karaktertrekken, zoals spontaan of rustig zijn, maar ook met sociale rollen en posities, bijvoorbeeld student, Nederlander of senior zijn.

 

Identiteitsontwikkeling in puberteit en adolescentie

Erik Erikson was de psycholoog die zich als eerste bezig hield met identiteitsontwikkeling. Door lichamelijke veranderingen, veranderingen in cognitieve vermogens en maatschappelijke verwachtingen beginnen jongeren zich in de puberteit en adolescentie voor het eerst bewust af te vragen wie ze zijn en wie ze willen zijn. Door uitproberen, keuzes maken en het evalueren van deze keuzes ontwikkelen zij in deze periode doorgaans een persoonlijke identiteit. Deze wordt gekenmerkt door een stabiel gevoel van innerlijke samenhang, dat ook door andere mensen zo erkend wordt.

 

Identiteitsontwikkeling gedurende de volwassen levensloop

De identiteitsontwikkeling is echter een doorlopend proces, zo blijkt uit onderzoek van Susan Whitbourne. Gedurende de hele volwassenheid vinden levensgebeurtenissen plaats, waar mensen meer of minder zelf invloed op hebben. Men kan denken aan scheiding, pensionering, verweduwing, grootouder worden of verlies van gezondheid. Dergelijke gebeurtenissen roepen een hernieuwde identiteitscrisis op. Er zijn dan globaal twee processen van identiteitsontwikkeling.

 

Het eerste proces wordt assimilatie genoemd: de bestaande identiteit wordt in stand gehouden. De vroegere hovenier blijft na zijn pensioen toch zijn eigen groentetuin bijhouden. Als dat vanwege lichamelijke beperkingen niet meer kan, zorgt hij voor zijn kamerplanten. Zijn identiteit als iemand met groene vingers blijft daarbij in stand.

Het tweede proces wordt accommodatie genoemd: de identiteit wordt aangepast aan nieuwe omstandigheden. De hovenier gaat na het pensioen eindelijk de cursus Engels volgen waar hij nooit aan toegekomen is. Zo verandert hij zijn identiteit van iemand met groene vingers naar iemand met een talenknobbel. Gedurende de levensloop is er sprake van een continu balanceren tussen vasthouden aan de bestaande identiteit en openheid voor veranderingen daarin.

De beleving van het eigen ouder worden

De beleving van het eigen ouder worden is een bijzonder aspect van de eigen identiteit: ‘wie ben ik, nu ik ouder word?’ Mensen hebben zich al vanaf jonge leeftijd beelden gevormd over ouderen en ouderdom. Vaak zijn deze nogal stereotiep en generaliserend. Als ouderen deze beelden in een accommodatief proces ook op zichzelf gaan toepassen, vindt er volgens Becca Levy zelfstereotypering plaats. Psychologische experimenten hebben de effecten hiervan in kaart gebracht. Sommige oudere mensen werden onbewust herinnerd aan negatieve ouderdomsbeelden, zoals aftakeling; andere juist aan positieve beelden, zoals wijsheid. De eerste groep presteerde daarna slechter op geheugentaken en liet meer cardiovasculaire stress zien dan de tweede groep. Onderzoek in de algemene bevolking laat zien dat een positieve beleving van het eigen ouder worden leidt tot een betere geestelijke en lichamelijke gezondheid en zelfs tot een langere levensverwachting.

Geestelijke en lichamelijke achteruitgang zijn dus niet een proces dat vanzelfsprekend bij het ouder worden hoort. Ze zijn ook deels een resultaat van zelfstereotypering in een maatschappij met negatieve beeldvorming over ouderen.