Bij het eerste type verhaal zijn mensen in staat om op basis van de vroeg verworven overtuiging van eigen talenten om moeilijke omstandigheden ten goede te keren. Ze gebruiken hun talenten en levenswijsheid om zich in te zetten voor de samenleving. Mensen met deze levensverhalen ervaren in het algemeen meer psychologisch welbevinden. In het tweede type verhaal zijn mensen niet in staat om een moeilijke gebeurtenis (ontslag, echtscheiding, ernstige ziekte) te verwerken. De moeilijke gebeurtenis blijft het centrale negatieve thema in hun verhalen. Dit type verhaal is geassocieerd met depressie. Een andere bevinding is dat mensen die levensverhalen vertellen waarin generativiteit (zorg hebben voor de ander en voor de continuïteit van het leven) een rol speelt meer welbevinden ervaren.
Levensverhalen als therapie op latere leeftijd
Het levensverhaal (en daarmee dus de identiteitsontwikkeling) kan ook stagneren. Er ontstaat een vroegtijdige overtuiging dat het verhaal van het eigen leven voorbij is. Men kijkt met veel teleurstelling en spijt terug op het eigen leven en ziet geen mogelijkheid om het leven nog een positieve wending te geven. Het levensverhaal is sterk ‘besmet’ geraakt door negatieve levensgebeurtenissen. In de gerontologie is veel belangstelling voor het werken met levensverhalen en herinneringen als therapie bij ouderen. Deze therapie wordt life-review therapie genoemd. Centrale doelstelling is nieuwe verhalen over het eigen leven te construeren waardoor een positieve en competente identiteit ontstaat. Het delen van herinneringen met anderen en autobiografisch schrijven kunnen bijdragen aan het verwerken van verlieservaringen Met cognitieve gedragstherapie vormt life-review therapie de meest effectieve behandeling van depressie bij ouderen (Bohlmeijer et al., 2003; Westerhof, Bohlmeijer, Webster, 2010). Idealiter ontstaat een gevoel van ego-integriteit, een positieve aanvaarding van de eigen levensloop.