“De rouwkaarten vallen als herfstbladeren op mijn deurmat”, zei een dichter eens om aan te geven hoe vaak een oudere kennis, vriend of familielid overlijdt. Op latere leeftijd wordt men vaak geconfronteerd met rouw. Dit komt niet alleen voor bij het verlies van mensen, maar ook bij het verlies van lichamelijke functies, geliefde activiteiten, een vertrouwde omgeving, en bij het opgeven van belangrijke doelen. Om verschillende redenen is rouw een centraal thema bij het ouder worden.
Rouwreacties
Rouw is de term die gebruikt wordt voor het geheel van reacties die optreedt naar aanleiding van een belangrijk verlies. Deze reacties kunnen emotioneel, lichamelijk, cognitief of gedragsmatig zijn. Veel voorkomende emotionele reacties zijn verdriet om het verlies en angst als men aan de toekomst denkt. Boosheid komt ook voor, net als schuldgevoelens, het onvermogen plezier te kunnen beleven, en eenzaamheid vanwege het gemis. De lichamelijke reacties zijn vooral stressreacties, zoals hoofdpijn of maagpijn, slapeloosheid, moeheid en verlies van eetlust. Het onvermogen om te concentreren en geheugenklachten horen tot de cognitieve reacties. Huilen, onrust en een toename in het gebruik van alcohol en kalmerende middelen zijn gedragsmatige reacties. Sommige mensen trekken zich terug uit het sociaal verkeer. Vroeger dacht men dat deze rouwreacties universeel waren; inmiddels is bekend dat mensen heel verschillend kunnen reageren op verlies. Sommigen blijven rustig zonder aantoonbare rouwreacties.
Rouwtaken
Bij de rouwverwerking horen volgens Worden een viertal taken: het aanvaarden van de werkelijkheid van het verlies; het omgaan met de pijnlijke emoties die het verlies teweeg brengt; het zich aanpassen aan de nieuwe situatie; de relatie een plaats geven en de draad weer oppakken.
Bij normale rouwverwerking wisselen perioden elkaar af waarin de rouwende persoon bezig is met het verlies (de emoties beleven, het ordenen van herinneringen en gedachten) en perioden waarin hij of zij meer gericht is op herstel (het opruimen, activiteiten oppakken, sociale contacten onderhouden), volgens Margaret Stroebe en Henk Schut.
Belemmerende en bevorderende factoren
Op latere leeftijd zijn er factoren die de rouwverwerking kunnen bemoeilijken, zoals meerdere verliezen kort achter elkaar, gezondheidsproblemen die leeftijdsgebonden zijn of het gevolg van langdurig zorgverlening, financiële problemen. Het sociale netwerk kan het rouwproces bevorderen wanneer dit voldoende sociale ondersteuning biedt; gebrek aan ondersteuning kan de rouwverwerking belemmeren.
De veerkracht van de oudere zelf en het succes waarmee verliezen in het verleden zijn verwerkt, zijn ook belangrijk voor rouwverwerking. Men schat dat 20-30 procent van de mensen die een belangrijk verlies meemaken, dit niet goed verwerkt. Dus is de kans redelijk groot dat een nieuw verlies oud zeer oproept. Een combinatie van factoren heeft dus invloed op het verwerkingsproces. Interventieprogramma’s die rouwbegeleiding bieden, kunnen bevorderlijk zijn als de oudere persoon op eigen kracht en met steun van de eigen omgeving er niet in slaagt een verlies te verwerken.